Mededingingswet
Artikel 82
1
De bevoegdheid tot het opleggen van een boete als bedoeld in de artikelen 69, en 70b, eerste lid, vervalt drie jaren nadat de overtreding heeft plaatsgevonden.
2
De bevoegdheid tot het opleggen van een boete als bedoeld in de artikelen 71, 72, 73, 74, eerste lid, onder a, en 75, eerste lid, onder a, 75a en 76a vervalt vijf jaren nadat de overtreding heeft plaatsgevonden.
3
De verjaringstermijn wordt voor twee jaren gestuit door het instellen van een onderzoek als bedoeld in artikel 52.
4
De stuiting van de verjaringstermijn gaat in op de dag waarop tenminste één onderneming of ondernemersvereniging die aan de overtreding heeft deelgenomen, dan wel één van degenen, bedoeld in artikel 51, tweede lid, onder 2° van het Wetboek van Strafrecht, van de handeling schriftelijk in kennis wordt gesteld.
5
Indien tegen een boete als bedoeld in het eerste en tweede lid bezwaar wordt gemaakt of beroep wordt ingesteld, wordt de verjaringstermijn opgeschort tot onherroepelijk op het bezwaar of beroep is beslist.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.